zwoegen

zwoegen
{{zwoegen}}{{/term}}
[hijgen] 〈van boezem〉 heave; 〈van adem〉 pant
[zwaar werk verrichten] 〈ploeteren〉 plod, drudge, slave (away); 〈zwaar werk doen〉 toil, labour
voorbeelden:
1   haar zwoegende boezem her heaving bosom
2   (tegen) een berg op zwoegen toil up a mountain
     op een puzzel zwoegen grind away at a puzzle
     zwoegen van de vroege morgen tot de late avond slave away from early morning till late at night

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.

Игры ⚽ Нужно сделать НИР?

Look at other dictionaries:

  • u̯ā̆gh-, suā̆ gh- —     u̯ā̆gh , suā̆ gh     English meaning: to cry, sound     Deutsche Übersetzung: ‘schreien, schallen”     Material: Gk. ἠχή, Dor. ἀ̄χά: f. “ clangor, noise”, ἠχώ, οῦς f. “ clangor, sound, tone, Widerhall”, ἦχος (ark. Fᾶχος) m. ds., ἠχέω ‘schalle …   Proto-Indo-European etymological dictionary

Share the article and excerpts

Direct link
Do a right-click on the link above
and select “Copy Link”